Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Maar wij zijn schuldig altijd God te danken over u, broeders, die van den Heere bemind zijt, dat u God [48]van den beginne verkoren heeft tot zaligheid, [49]in heiligmaking des Geestes, en [50]geloof der waarheid; 48. Namelijk der wereld, gelijk Micha 5:1; 1 Joh.1:1. Dat is, van eeuwigheid, of voor de grondlegging der wereld, Ef.1:4; hoewel het enige anderen verstaan van het begin toen hun het Evangelie is verkondigd, wanneer hen God door Zijnen Geest uit den verdorven hoop der mensen heeft verkoren, of uitgezonderd; gelijk het woord verkiezen of uitnemen, ook elders wordt genomen. Zie Joh.15:16, en 1 Kor.1:27. Dan, de eerste verklaring schijnt op het volgende vs.14 wel zo bekwamelijk te passen, dewijl de verkiezing, waar Paulus hier van spreekt, voor de roeping gaat, gelijk ook te zien is Rom.8:29, Rom.8:30, en Rom.9:23, Rom.9:24; maar de dadelijke uitverkiezing uit den verdorven hoop der mensen, die in den tijd geschiedt, volgt na de roeping, dewijl deze uitzondering door de roeping des Evangelies wordt teweeggebracht. 49. Of door, dat is, welke zaligheid door de heiligmaking des Geestes en het geloof wordt verkregen, en derhalve van uwe eeuwige verkiezing een onfeilbaar merkteken is; Rom.8:14; 2 Kor.1:22. 50. Dat is, hetwelk op de waarheid des Evangelies ziet en steunt.